Architectuur sinds de Tweede Wereldoorlog
De architectuur uit de tweede helft van de twintigste eeuw worst-met een imagoprobleem Het naoorlogse modernisme wordt algemeen beschouwd als louter functionalistisch, zielloos en gemaakt met minderwaardige materialen. Het postmodernisme wordt beschuldigd van megalomanie en kitscherigheid. Sprekend voor dit gebrek aan appreciatie is het toenemend aantal gebouwen, sommige nauwelijks dertig jaar oud, die een volledige renovatie ondergaan waarbij alle oorspronkelijke elementen op de schroothoop belanden. De naoorlogse architectuur lijkt wel met uitsterven bedreigd.
Deze publicatie probeert tot een meer genuanceerd beeld te komen. Kunnen we monumentwaarde toekennen aan een gebouw dat nog geen mensenleven oud is? Wat kenmerkt de Belgische architectuur van de laatste vijftig jaar? Wat met Brussel en het fenomeen 'verbrusseling'? Onze levensstijl is sinds de Tweede Wereldoorlog drastisch gewijzigd, hoe vertaalt zich dat in onze woning? Architecten zoals Willy Van Der Meeren hebben voor sociale huisvestingmaatschappijen volop geëxperimenteerd, zowel op het vlak van woonconcepten als op bouwtechnisch vlak. Hoe zit het met de conservatie en restauratie van deze experimentele gebouwen?
Collectie
Open monumentendagenAuteur(s)
CollectiefJaar
2008
Isbn-nummer
978-2-93045-729-1
Aantal pagina's
159
Aanbevolen prijs
20,00