Cookies verzekeren het goed functionneren van onze website. Door gebruik te maken van deze site, gaat u akkoord met ons gebruik van cookies. Meer informatie OK

De levende kermiscultuur

fiche in de inventaris voor immaterieel cultureel erfgoed van de levende kermiscultuur

sfeerbeeld van een kermismolen voor kinderenHoewel de kermis of foor zoals we die vandaag nog altijd kennen haar oorsprong in de middeleeuwse jaarmarkten vindt, is de traditie nog veel ouder en gaat ze zelfs tot de oudheid terug. Inderdaad, al duizenden jaren zijn er dierenafrichters, jongleurs, acrobaten en marskramers – in Egyptische graven zijn er sporen van aangetroffen in de vorm van meer dan 4000 jaar oude fresco’s! – maar het was pas in de 19e eeuw dat de kermis zich echt begon te ontwikkelen. Ze diversifieerde zich en stelde steeds geraffineerder attracties waarin de nieuwste uitvindingen werden geïntegreerd voor aan een publiek dat meer en meer op zoek ging naar sensatie. Uiteraard zijn er nog altijd de traditionele draaimolens en kermiskramen, zoals de viskramen, schiettenten, behendigheidsspelen, carrousels en spookhuizen, maar die worden nu ook met sensationelere attracties aangevuld – roetsj- en rupsbanen, autoscooters, achtbanen, de Rotor en andere nieuwigheden – die plezier verschaffen aan alle leeftijden. Daarnaast kan je op de kermis met het gezin of met vrienden in een feestelijke sfeer genieten van typische culinaire specialiteiten die je uit het vuistje kan eten, waarvan de oliebollen of smoutebollen, wafels, kermisappels, suikerspin, zakjes friet en carricoles in Brussel de ambassadeurs zijn.

smoutebollenkraamIn België telt de kermisgemeenschap bijna 2000 leden en vormt ze een volwaardige familie – met 330 exploitanten in Wallonië, 75 in Brussel en 440 in Vlaanderen – die haar knowhow en tradities van generatie op generatie overdraagt. Van maart tot november zijn kermissen onmisbaar geworden op alle grote traditionele volksevenementen: carnavals, jaarmarkten, processies, de nationale feestdag, en, de jongste decennia, kerstmarkten. Op het Brussels grondgebied worden jaarlijks bijna 40 kermissen georganiseerd in de 19 gemeenten samen. De Zuidfoor in juli is daarvan de belangrijkste; ze duurt vijf weken en verwelkomt bijna anderhalf miljoen bezoekers. Maar ook andere kermissen, zoals die van Anderlecht, Jette, Vorst of Laken, kunnen op een heel oude geschiedenis bogen.

eerbetoon aan het monument van de foorreizigers bij de opening van de zuidfoorVan het succes van de kermis hangt een hele structuur af, zonder de talloze mensen te vergeten die zich onverdroten inzetten om het publiek te vermaken. Deze gemeenschap staat thans voor talrijke uitdagingen: het behoud van de kermissen in de stadscentra, de milieuwetgeving, het onderwijs, de aanslagen, de gezondheidscrisis... De foorreizigers, die sinds begin 20e eeuw in verenigingen zijn georganiseerd om de sector tegenover de verantwoordelijke overheid te verdedigen, trekken van stad naar stad, van de ene kermis naar de andere, met hun attracties en hun woonwagens. De brede waaier van attracties, “stielen” genoemd, vereist een grote polyvalentie en specifieke knowhow, gaande van omroeper tot elektricien, van kok tot mecanicien, van geluidstechnicus tot boekhouder. Dat zoveel aandacht uitgaat naar nieuwe technologieën illustreert de grote openheid van het kermismilieu tegenover de technische uitvindingen en ontwikkelingen in de huidige maatschappij.

foorkramers met ingepakte wagens, klaar om rond te trekken.De Brusselse kermisexploitanten reizen heel België rond. Hoewel enkele van hen uitsluitend het Brussels gewest aandoen, neemt de meerderheid deel aan alle grote kermissen van het land, zoals die van Brugge, Leuven en Luik, in wat ze de “Grote Tournee” noemen. Deze onvervalste ambassadeurs van het Brusselse dialect staan erop zichzelf “Brusselaars” te noemen (en dus niet uitsluitend Nederland- of Franstaligen). Het is ook in Brussel dat zich het Nationaal Monument aan de Foorreizigers bevindt, op de Luchtvaartsquare. Dit monument stelt de Heldhaftige Pierrot voor en is opgedragen aan de foorreizigers die eervol voor het vaderland zijn gesneuveld tijdens de twee wereldoorlogen. Elk jaar komen de foorreizigers er bij de opening van de Zuidfoor samen om eer te betuigen aan hun gesneuvelde collega’s en om een bloemenkrans neer te leggen aan de voet van het standbeeld. Zo dragen ze hun erfenis ook over op de jongere generaties, die daar voor deze gelegenheid ook aanwezig zijn.

Contact persoon:
M. Steve Severeyns
Guido Gezellestraat , 26 – 1030 Brussel

E-mail :  stevesevereyns@skynet.be
++032477/850140
Website: www.dfb-vbf.be