Cookies verzekeren het goed functionneren van onze website. Door gebruik te maken van deze site, gaat u akkoord met ons gebruik van cookies. Meer informatie OK
U bent hier: Home / News / voormalige maatschappelijke zeten van de Royale Belge

voormalige maatschappelijke zeten van de Royale Belge

Definitieve plaatsing op de bewaarlijst

Definitieve plaatsing op de bewaarlijst als monument van het geheel van het hoofdgebouw van de voormalige maatschappelijke zeten van de Royale Belge, en als landschap van een deel van het bijhorende park, gelegen Vorstlaan 25 in Watermaal-Bosvoorde. RB van 23/05/2019.

Het gebouw en zijn waterspiegeling. Foto A. de Ville de Goyet 2016 © urban.brusselsZicht op het park en een vijver. Foto A. de Ville de Goyet 2016 © urban.brussels

 

 

 

 

 

 

 

 

Verschillende Brusselse kantoorgebouwen van de jaren 1960 bezitten uitzonderlijke architecturale kwaliteiten en hun ontwerp getuigt van lef en vrijheid. Dit moderne elan is begrijpelijk. Immers, tijdens de heropbouw vlak na de oorlog keerden de architecten zich naar de toekomst, maar al snel moesten ze inspelen op de noden van een nieuwe economische orde die door de tertiaire sector gedomineerd werd. Er werd een dringend beroep op hen gedaan door vele ondernemingen die hun zetel in de hoofdstad wilden vestigen. Om aan deze vraag te voldoen, ontwikkelden ze een nieuwe architecturale typologie.

Hun denkwerk resulteerde in enkele theoretische punten. Om te beginnen moet de architecturale vormgeving de economische macht van de sector, evenals zijn specifieke functie weerspiegelen. Aan deze nieuwe typologie moet de moderniteit gekoppeld worden als factor van welzijn en vertrouwen in de toekomst. Volgende principes worden vooropgesteld: alle verdiepingen zijn identiek, de kantoren moduleerbaar met verplaatsbare wanden, de ramen worden zo ontworpen dat ze het werk niet hinderen wanneer ze geopend zijn, de klaarheid en de rijkelijke verlichting worden goedkoper gemaakt door het gebruik van neonlampen, op de kantoorvloer ligt geluiddempend vasttapijt. Onthaalruimten, ruimten waar documenten geklasseerd en archieven opgeslagen worden, bedrijfsrestaurant en parkingplaatsen zijn onontbeerlijk.

De Royale Belge is een unieke getuige van deze nieuwe architecturale aanpak. De zetel van dit verzekeringsbedrijf (opgericht in 1853 - huidige AXA) wordt opgericht in van 1967 tot 1970 volgens de plannen van de architecten René Stapels (1922-2012) en Pierre Dufau (1908-1985).

René Stapels vertegenwoordigt de modernistische Belgische strekking. Hij is de ontwerper van onder meer de zetel van D'Ieteren in Elsene (1962-1967): de structuur van dit gebouw op palen, dat op een verhoogd platform rust, wordt als volledig vernieuwend onthaald. Pierre Dufau is bekend als de voornaamste Franse architect op het gebied van de bouw van maatschappelijke zetels van grote bedrijven uit de tertiaire sector, en als de voornaamste theoreticus op dat vlak. Zijn werk is immens en internationaal, in zijn kantoren werken op wereldvlak een duizendtal mensen.

Met vanzelfsprekendheid dringt het gebouw van de Royale Belge zich op in het landschap. De architecten werden nochtans met zware, zelfs extreme, beperkingen geconfronteerd alvorens tot dit resultaat te komen. De eerste beperking had met de site te maken, die van bij het begin al uitzonderlijk was: een helling van de Woluwevallei aan de rand van het Zoniënwoud, waar de maatschappij Royale Belge meer dan 11 ha grond verworven had, langsheen de Vorstlaan. Het bestuur legt het behoud op van de vijvers, het hele beukenbos, hetzij 0,5 ha, en vraagt dat het gebouw niet boven de bomen uitkomt.

Er zijn ook aanzienlijke beperkingen die voortkomen uit de organisatie van de verschillende diensten van de verzekeringsmaatschappij, terwijl het gebouw plaats moet bieden aan 1.500 werknemers en rekening moet houden met een uitbreiding tot 2.500 werknemers.

De zetel van de Royale belge kan eenvoudig beschreven worden als een groot kruis op een glazen sokkel, omgeven door een watervlak. De twee verdiepingen tellende sokkel staat op twee gedeeltelijk ondergrondse bouwlagen op een natuurlijk heuveltje in het beukenbos. Het kruisvormige gebouw telt 3.000 m² op 8 bouwlagen. De kruisvormige toren werd volledig in gepatineerde stalen balken (Cortenstaal) uitgevoerd, waartussen getinte ruiten (Stopray) gevat werden. Het bijzondere aan het patineerbare staal, waaruit het skelet van de constructie bestaat, is dat een zelfbeschermende metaaloxidelaag zich erop vormt. Na verloop van drie jaar is dit proces voltooid. Dan heeft het staal zijn bruine patina, dat perfect in harmonie is met de lichtjes gefumeerde ruiten.

De binnenruimten werden zorgvuldig uitgewerkt, zoals bv. de inkomhal in roze marmer. Het zelfbedieningsrestaurant achteraan op de sokkel ligt op het niveau van het park, het terras kijkt neer op de vijver.

De inplanting op een perfecte afstand van de Vorstlaan garandeert de zichtbaarheid van het gebouw. Met het effect van de lucht- en waterweerspiegeling oogt het als een reusachtig beeldhouwwerk.  Het werd vanaf het begin beschouwd als een betere realisatie in een hoogwaardig modernisme, en in meerdere gespecialiseerde werken en tijdschriften gepubliceerd, zowel op nationaal als op internationaal niveau.

De Regering heeft doelbewust de procedure ingesteld tot opname op de bewaarlijst en niet tot bescherming. Deze maatregel laat plaats voor een soepeler beheer van het goed, zodat de herbestemming en de re-integratie ervan in het huidige economische circuit mogelijk is.

 

 

Foto DCE/ADV